Ghamdan

Hij liep snel, zonder te rennen, zover mogelijk van huis weg. Het was op dat moment dat er vanuit een auto naast hem een geweer op hem werd gericht. De kogels vlogen om zijn oren en kaatsten af op de muur naast hem.

Tekst: Jonneke van Wierst

(Amsterdam, mei 2014)

EMAIL

Hij leest zijn email half hardop, met een uiterst geconcentreerde, bijna pijnlijke uitdrukking op zijn gezicht. Na elke zin haalt hij diep adem en schuift heen en weer op zijn stoel, als om zich schrap te zetten voor de volgende zin. Lezen is moeilijk voor Ghamdan en de inhoud van de mail is confronterend. Het is het verslag van een medewerker van een NGO in Jemen die onderzoek heeft gedaan naar de ‘bloedwraakzaak’ waarin Ghamdan verwikkeld is geraakt door een daad van zijn oom Hussein.

Hussein schoot begin 2011 een lid van de machtige Al Houthi clan dood. Ghamdan was niet alleen degene ‘het dichtst bij Husseins hart’. Hij was, nadat Hussein zelf met de noorderzon was vertrokken, doodgewoon de enige op wie verhaald kon worden in de kleine familie waar hij deel van uit maakte.

ENIG KIND

Hij slaat twee handen voor zijn gezicht en zit enige seconden roerloos met opgetrokken schouders nadat hij het verslag van het veldonderzoek naar zijn zaak heeft gelezen. Voor het eerst heeft hij kennis genomen van de naam van de man die Hussein heeft doodgeschoten: Ali, zoon van Nasser. Hij was 27, even oud als Ghamdan nu. Vandaar ook dat zijn familie het leven van Ghamdan wil als vergelding voor de misdaad van oom Hussein. Na drie jaar is de stam waartoe Ali Nasser behoorde nog steeds actief naar hem op zoek en patrouilleren ze elke twee ã drie maanden door de wijk waar Ghamdans moeder woont om te informeren of iemand Ghamdan heeft gezien. Zijn moeder zit ondergedoken bij een vriendin en durft zelfs in haar boerka nauwelijks naar buiten, bang dat de leden van de stam haar zullen gijzelen om haar te dwingen haar zoon terug naar huis te roepen. Als zijn moeder iets zou overkomen, zou voor Ghamdan het leven geen zin meer hebben. En in nog sterkere mate geldt dat omgekeerd voor haar: ALLES, ALLES heeft en had ze over voor haar enig kind. Ghamdan snikt kort en schudt zijn hoofd. Van kleinst af aan al voelt hij zich verantwoordelijk voor het geluk van zijn moeder. En om dit te lezen terwijl hij, volkomen machteloos, zonder status, zonder iets, in Nederland verblijft is moeilijk. Heel moeilijk…

"Zijn moeder zit ondergedoken bij een vriendin en durft zelfs in haar boerka nauwelijks naar buiten, bang dat de leden van de stam haar zullen gijzelen om haar te dwingen haar zoon terug naar huis te roepen."

BLOEDWRAAK

Zo vanzelfsprekend als bloedwraak in Jemen is, zo moeilijk valt het fenomeen uit te leggen hier in Europa. Het falende Jemenitische gezag haalt er de schouders over op. Sterker nog: het vindt het wel prima dat de stammen hun conflicten onderling op deze eeuwenoude traditionele wijze uitvechten. De overheid en rechtelijke macht hebben namelijk zelf niet de wil of het vermogen misdaad te bestrijden en te bestraffen. Dus is het middeleeuwse ‘oog om oog, tand om tand’ in Jemen nog altijd een geaccepteerde en veelvuldig toegepaste wijze om een conflict te beslechten.

Het dragen van wapens in het openbaar is eveneens geen monopolie van specifieke vertegenwoordigers van het wettelijk gezag. In Jemen draagt een man een djambia, een traditioneel sabel in zijn sjerp als onderdeel van zijn kleding. En als hij er het geld voor heeft: een Kalasjnikov. Zoals een vrouw haar sieraad draagt.

"Dus is het middeleeuwse ‘oog om oog, tand om tand’ in Jemen nog altijd een geaccepteerde en veelvuldig toegepaste wijze om een conflict te beslechten."

EEN EIGEN HUIS

Ghamdan herinnert zich met een lach hoe trots hij zelf was toen hij van zijn moeder zijn eerste djambia kreeg. Het was nadat zijn vader hem en zijn moeder had verlaten, toen hij een jaar of zes was. Een geweer heeft Ghamdan nooit gehad. Hij had er geen behoefte aan zijn omgeving daarmee te imponeren. Bovendien paste het hem niet, als lid van een onaanzienlijke stam. Zijn oom Hussein had wel een geweer voor als hij de stad uitging. In de stad droeg hij gewoonlijk alleen een mes. Maar op die dag in 2011 dat hij Ali Nasser doodschoot had hij zijn geweer dus meegenomen. Al enige tijd was hij in een fel conflict verwikkeld rond een stukje land van 10 bij 10 meter dat hij had gekocht om er zijn eigen huis op te bouwen. Het was altijd zijn droom geweest zijn eigen huis te hebben. Hij had er jaren hard voor gewerkt en gespaard als losse landarbeider. Het was een landje in een tamelijk gegoede buurt in Sanaa. De stam met wie hij in conflict raakte wilde niet dat Hussein zich daar als lid van een onbeduidende stam zou vestigen en eiste het land voor zichzelf op. Ali Nasser had hem vernederd en geslagen. En toen had Hussein geschoten, volgens het verslag dat Ghamdan net heeft gelezen.

GEEN CONTROLE

Hussein was een goeie vent maar hij had een ‘probleem’. Ghamdan moet goed nadenken hoe dat probleem uit te leggen. Dan haalt hij diep adem en perst met gebalde vuisten lucht naar zijn hoofd. Hij steekt zijn beide vuisten omhoog en laat zijn lichaam trillen: Hussein had geen controle over zijn emoties. Als hij het ergens niet mee eens was of zich gekwetst of beledigd voelde, schreeuwde en schold hij de hele buurt bij elkaar. Gelukkig kende de hele buurt zijn probleem en lachte erom. Ghamdan geneerde zich er ook wel voor als jongen en maakte dat hij wegkwam als Hussein ging tieren.

Ondanks Husseins ‘probleem’ had Ghamdan nooit kunnen denken dat hij ooit zover zou gaan dat hij iemand dood zou schieten. Toen Hussein belde en zijn zus vertelde dat hij was gevlucht en dat ook Ghamdan moest vluchten, had hij behalve paniek dan ook ongeloof gevoeld. En boosheid, zeker. Hij was ook boos geweest, misschien is hij nog steeds boos, maar… Wat heeft hij er verder aan om Hussein de situatie waarin hij nu zit te verwijten? Hij weet niet waar Hussein is. Zelfs niet of hij nog leeft.

GAT IN ZIJN HART

Het is moeilijk in Jemen voor een jongen van zes als hij enig kind is en zijn vader wegloopt. Vooral als er behalve een oom die niemand echt serieus neemt, geen naaste familieleden zijn. Een vrouw heeft geen positie buitenshuis dus je moet alles alleen opknappen. Niet alleen je eigen belangen verdedigen op school en op straat, maar ook die van je moeder. Ze hadden altijd ruzie, zijn vader en zijn moeder. En als ze ruzie hadden sloeg zijn vader zijn moeder, zoals hij ook Ghamdan sloeg als hij boos op hem was. Toch hield hij van zijn vader en het feit dat hij verdween sloeg een gat in zijn hart.

Aan het verlangen hem later op te zoeken had hij nooit gevolg gegeven om zijn moeder niet te kwetsen. Zijn moeder hield zoveel van hem, zoveel… En hij van haar. Ze leek niet op haar broer Hussein. Integendeel; zijn moeder was nooit boos, had zelfs moeite om van zich af te bijten. Ze had alleen maar radeloos gehuild en gehuild nadat Hussein haar had gebeld met de mededeling dat hij gevlucht was en Ghamdan hetzelfde moest doen.

"Zijn moeder hield zoveel van hem, zoveel… En hij van haar."

GEBOORTEDORP

Na de verlamming van die eerste dagen had Ghamdan het huis verlaten en was afgereisd naar het geboortedorp van zijn moeder om aan de sjeik, het hoofd van de clan waartoe zij behoorde bescherming te vragen. De sjeik had hem gezegd dat het onmogelijk was. Dat zijn stam te klein en te machteloos was om hem te beschermen tegen de machtige stam die op zijn leven uit was. De hele clan zou in het conflict worden meegesleept en uiteindelijk uitgemoord.

Dus had Ghamdan het dorp verlaten en bescherming gezocht in het huis van een vriend in Sana’a. Maar na een dag of tien voelde hij dat hij ook daar niet langer kon blijven. Hij kon niet eindeloos op kosten van zijn vriend in diens huis zitten en niets doen. Bovendien maakte hij zich zorgen over zijn moeder. Hij kon niets anders dan omzichtig ’s nachts naar huis terugkeren en hopen dat hij niet door zijn vijanden zou worden gezien.

DOMEIN VAN DE VROUW

Bloedwraak is een serieuze aangelegenheid in Jemen. Het moet ‘netjes’ worden gedaan, anders werpt het een smet op de clan. Een belangrijke regel is dat de wraak nooit direct vrouwen of kinderen mag treffen. Een andere regel is dat het huis van de tegenstander niet mag worden binnengedrongen. Het huis is het domein van de vrouw. Bloedwraak is een mannenzaak. Maar er zijn ook clans die daar lak aan hebben en geheel niets of niemand ontziend tekeer gaan.

Niemand mocht weten dat hij weer thuis was. Zijn moeder vertelde haar vriendinnen dat Ghamdan was gevlucht, net als Hussein. En die vertelden het hun mannen en zonen, die het op hun beurt zeiden tegen de vijandige clan die postte bij hun huis en iedereen op straat aansprak om te vragen waar Ghamdan was. Ghamdan zat binnen in zijn kamer, hield ’s avonds het licht uit en overdag de tv zacht en werd langzaam gek.

Hij had gewerkt vanaf zijn achtste levensjaar. Eerst als schoenpoetser en autowasser. En toen hij niet meer naar school ging als landarbeider. Hij sneed onkruid op velden buiten de stad en maakte daar bundels veevoer van. Zes dagen per week stond hij om zes uur ’s morgens op en kwam om acht uur ’s avonds thuis. Hij had sterke spieren en harde handen en nu zat hij thuis niets te doen, dag in dag uit, toe te kijken hoe het eelt van zijn vingers bladderde.

WEGGEGLIPT

Zijn moeder maakte ‘s morgens her en der huizen schoon en verdiende net genoeg om voor hen beiden eten te kopen. Hij was bang als ze weg was. Niet om zichzelf, maar om haar. Als ze thuis kwam vertelde ze soms dat ze was aangesproken en bedreigd door de vijandige clan. ‘Waar is Hussein? Waar is Ghamdan?’ Ze zei dat ze het niet wist, dat ze gevlucht waren en niet van plan ooit nog terug te keren.

Ze zei het zo vaak dat Ghamdan zichzelf uiteindelijk wijsmaakte dat zijn vijanden het inmiddels geloofden en hun huis niet langer bespiedden. Na weken van binnen zitten en niets doen, glipte hij het huis uit toen zijn moeder in haar kamer haar middaggebed opzegde.

SLECHTE SCHUTTER

Hij liep snel, zonder te rennen, zover mogelijk van huis weg, tot hij zich na een minuut of twintig enigszins veilig waande. Het was op dat moment dat er vanuit een auto naast hem een geweer op hem werd gericht.
De kogels vlogen om zijn oren en kaatsten af op de muur naast hem. Hij rende voor zijn leven. De auto reed met hem mee. Een kogel raakte zijn enkel. Zijn voet klapte dubbel. Hij viel en schreeuwde en dacht dat zijn leven voorbij was. Maar er kwamen mensen op hem af rennen en de auto van waaruit de schoten waren gelost reed door.

Misschien was de man in de auto een slechte schutter geweest. Misschien ook hadden ze hem levend willen vangen en mee willen nemen naar de vader van de man die Hussein had gedood om hem daar voor diens ogen af te maken, zoals vaker gebeurde in bloedwraakkwesties.

In ieder geval: Ghamdan leefde nog. Hij werd door de mannen op straat die om hem heen waren gaan staan naar het ziekenhuis gebracht waar de chirurg een kogel van wel zes centimeter uit zijn enkelgewricht verwijderde.

ONGELOOFWAARDIG

‘Ongeloofwaardig’, oordeelde twee jaar later de Nederlandse Immigratie en Naturalisatiedienst: ongeloofwaardig, dat de mannen van wie Ghamdan stelde dat ze op zijn leven uit waren, hem slechts in de enkel hadden geschoten toen ze hem na al die weken eindelijk in het vizier hadden gehad. Ongeloofwaardig ook, dat Ghamdan pas twee jaar na de aanslag het land uit vluchtte. Iemand wiens leven in gevaar is, wacht niet zo lang met zichzelf in veiligheid stellen…

EEN LEVENDE DODE

Zijn moeder haalde hem na de aanslag en zijn operatie voortijdig uit het ziekenhuis op en bracht hem terug naar huis. Bang als ze was dat zijn vijanden hem in het ziekenhuis zouden bezoeken en de klus alsnog af zouden maken. Iedereen wist nu dat Ghamdan thuis was. Zijn moeder werd op straat grof bejegend door de clan die op zijn bloed uit was. Ghamdan bracht zijn dagen door in pijn en radeloosheid. Zijn vrienden durfden hem niet op te zoeken, bang in het conflict betrokken te raken. De enige mensen die hij behalve zijn moeder zag of sprak waren de verpleegster die zijn wond verzorgde en zijn moeders beste vriendin.

En bloedwraak verjaart nooit. Hij zou nergens in Jemen veilig zijn voor de rest van zijn leven. Het was zijn moeders vriendin die vertrek naar het buitenland opperde.

VERTREK

Het leek een onmogelijkheid, maar uiteindelijk toch de enige optie. De man van de vriendin kende iemand, die iemand kende die mensen naar Europa bracht. Ghamdans moeder had haar leven lang wat geld opzij gelegd voor haar oude dag. En ze had nog altijd het goud van haar bruidsschat. De eerste keer dat Ghamdan weer buiten kwam was ruim anderhalf jaar na de aanslag toen hij op pad ging om bij de autoriteiten een nieuwe identiteitskaart aan te vragen. Zijn oude kaart was hij al enige jaren kwijt. Hij genoot er niet van weer buiten te zijn; iedereen die hij zag onderweg kon een geweer op hem richten. Maar een paar weken later waagde hij zich opnieuw in de stad, ditmaal in gezelschap van de reisagent, om een paspoort aan te vragen.

NEDERLAND

Het vertrek uit Sana’a, het afscheid van zijn moeder, de vlucht naar Dubai, de vervolgvlucht naar Europa, de lange treinreis naar een plaats in een land dat Nederland heette… Het was een surrealistische ervaring. Het enige wat Ghamdan voelde behalve intense vermoeidheid, was het verlangen om te blijven leven toen hij, verdwaald in een plaats die Ter Apel heette, het licht van een zaklantaarn van iemand in een uniform in zijn gezicht kreeg.

De reisagent die hem in Ter Apel had achtergelaten had hem gezegd dat hij zichzelf ‘jong’ moest maken. Dus stelde hij zijn geboortedatum een flink eind naar beneden bij in het gesprek dat hij een dag later voerde met de Nederlandse autoriteiten. Een paar dagen later ging hij twijfelen over het advies van de man en overlegde alsnog zijn identiteitskaart uit Sanaa. Hij verklaarde zijn ‘vergissing’ door te zeggen dat hij erg in de war was en een slecht geheugen had voor cijfers. In september 2013 arriveerde Ghamdan in Amsterdam en sloot zich verbijsterd aan bij de ‘We Are Here’ groep. Zijn asielverzoek was afgewezen …

Naschrift

In oktober 2014 dient Ghamdan een herhaald asielverzoek (HASA) in. De IND meent dat zijn nieuw aangedragen bewijs niet voldoet aan de door hen gehanteerde voorwaarden voor nieuw bewijs en wijst zijn verzoek af. Zijn advocaat gaat in hoger beroep en wordt in november 2014 in het gelijk gesteld. De IND moet van de rechter een nieuw oordeel uitspreken over Ghamdans asielverzoek en het nieuwe bewijs dat Ghamdan in Jemen heeft vergaard betrekken bij dit besluit. Ghamdan mag in afwachting van het besluit naar een AZC. De IND gaat in beroep tegen de uitspraak van de rechter en wordt ook door de hogere rechter in december in het ongelijk gesteld.

Op 16 juni 2015 krijgt Ghamdan een Vluchtelingenstatus toegekend.

DIT WAS HET VERHAAL VAN GHAMDAN
ZOALS GHAMDAN LEVEN ER IN NEDERLAND NOG VELE AFGEWEZEN ASIELZOEKERS

Het verhaal van Ghamdan is opgetekend in zijn eigen woorden na bestudering van zijn immigratiedossier, gesprekken met zijn advocaat en gedegen onderzoek naar zijn achtergrond.

Wil jij zijn verhaal delen? Doe dat dan hier.