Terwijl de demonstranten buiten een ijzige sneeuwstorm trotseerden, gaf een delegatie van onder meer We Are Here en de Democratic Sudanese Forum aan Renger Visser, directeur directie Asiel en Bescherming op het ministerie, een brief waarin zij hun zorg en afschuw uiten over de deportatie van afgelopen 7 december. Zij doen in de brief tevens een klemmend beroep op de Nederlandse autoriteiten te stoppen met het terug te zenden van Soedanezen naar Khartoem.
Geheime Dienst
‘Van de gedeporteerde man is nadat hij door de Nederlandse marechaussee is overgedragen aan de Soedanese autoriteiten niets meer vernomen. Wij hebben aanwijzingen dat hij gelijk is overgedragen aan de geheime dienst omdat deze iedere Soedanees die is gevlucht ziet als een spion of sympathisant van de oppositie.’ Aldus Khalid Jone, woordvoerder van We Are Here en zelf Soedanees. ‘Wij vinden het volstrekt onaanvaardbaar en onbegrijpelijk dat Nederland mensen uitlevert aan een regime met een leider om wiens uitlevering is gevraagd door het Internationaal Strafhof (ICC) hier in Den Haag. Een leider tegen wie een aanklacht loopt wegens misdaden tegen de menselijkheid en genocide in Darfur.’
‘De heer Visser heeft ons welwillend te woord gestaan en toegezegd bij zijn superieur te informeren naar het lot van de gedeporteerde man en onze zorgen kenbaar te maken over het lot van de Soedanezen die nu in detentie zitten,’ vult Egyptenaar Haitham el Karmot aan. ‘Hij heeft ons binnen een week antwoord beloofd op onze vragen.’

Uitzetting voorkomen
In mei 2017 werd op het nippertje een geplande uitzetting voorkomen van een andere Soedanees, behorend tot de overwegend christelijke en animistische Nuba stam. Felle protesten van onder meer de We Are Here-groep en druk vanuit NGO’s als Amnesty International leidden hiertoe. Kort nadat de uitzetting was afgeblazen werd de betrokken asielzoeker vrij gelaten uit detentie en kreeg alsnog een tijdelijke asielvergunning.
Geslagen en gemarteld
Afgelopen november publiceerde Amnesty International een onderzoek naar de risico’s van gedwongen uitzettingen naar onder meer Soedan. Daarin werd het voorbeeld genoemd van 12 Soedanezen die in 2015 waren teruggestuurd vanuit Jordanië: ‘Na aankomst werden zij gearresteerd, ondervraagd over hun afkomst en beschuldigd van rebellie. Ze zouden de reputatie van Soedan hebben beschadigd. Ze werden geslagen en gemarteld. Soedanese burgers die beschuldigd zijn van activiteiten voor de oppositie of afkomstig zijn uit conflictgebieden in Soedan lopen bij gedwongen terugkeer naar hun land het risico slachtoffer te worden van ernstige mensenrechtenschendingen, inclusief willekeurige detentie, martelingen en andere vormen van mishandeling.[1]’
Toenadering regime Al-Bashir
Sprekers tijdens de betoging maandag stelden eveneens dat de EU en ook Nederland steeds minder kritisch lijkt te staan tegenover samenwerking met dictator Omar Al-Bashir. Zij vroegen zich hardop af of de recente uitzetting 7 december en de poging tot uitzetting in mei van een Soedanese asielzoeker hiermee in verband gebracht moet worden en Nederland misschien aanstuurt op een ‘terugkeerdeal’ met Soedan.
In het voorjaar van 2016 publiceerden het Duitse tijdschrift Der Spiegel en het Nederlandse Vrij Nederland een artikel waarin werd gesteld dat de Europese Unie in het diepste geheim toenadering zocht met het regime van dictator Al Bashir om de vluchtelingenstroom vanuit (vooral) Eritrea en Soedan een halt toe te roepen.
[1] UITGEZET; Mensenrechten in het kader van gedwongen terugkeer en vertrek, Amnesty International juli 2017, p.15