1. POLITIEKE DRUK OP TERUGKEER MAG NOOIT LEIDEN TOT INPERKING VAN RECHTEN
De Nederlandse overheid heeft de afgelopen jaren een fors aantal landen als veilig bestempeld.1) De gevolgen voor asielzoekers uit deze ‘veilige landen’ zijn groot. Het asielverzoek kan versneld worden behandeld en er geldt een zwaardere bewijslast. Wanneer het asielverzoek wordt afgewezen is er geen vertrektermijn en het instellen van een beroep tegen de afwijzing staat een uitzetting niet in de weg. Mensen uit veilige landen van herkomst komen niet in aanmerking voor terugkeerondersteuning.
1 Op de Nederlandse lijst van veilige landen staan onder meer Albanië, Algerije, Bulgarije, Bosnië-Herzegovina, Kroatië,
Georgië, Ghana, Hongarije, Kosovo, Macedonië, Montenegro, Marokko, Oekraïne, Roemenië, Senegal, Servië, Slowakije,
Slovenië, Togo en Tunesië
Om terugkeer te bespoedigen maakt de overheid afspraken met landen van herkomst of doorreis. Mensenrechten zijn lang niet altijd goed geborgd in deze terug- en overnameovereenkomsten. De Nederlandse overheid alsook de EU sluiten deals met landen waar de mensenrechten en de veiligheids-situatie niet op orde zijn. Zoals bijvoorbeeld het geval is bij de deals met Turkije en Afghanistan. De juridische status van zowel Nederlandse als Europese overeenkomsten is onduidelijk. Verantwoording ontbreekt, evenals monitoring van
de mensenrechten. Afspraken in zogenoemde Memoranda of Understanding zijn niet transparant en in de meeste gevallen is de inhoud niet openbaar.
Wanneer een geldig paspoort ontbreekt, moet voorafgaand aan de terugkeer een vervangend reisdocument worden geregeld. Daarvoor wordt contact opgenomen met de betreffende diplomatieke vertegenwoordiging van het land van herkomst. Nederlandse autoriteiten mogen geen asiel-gerelateerde informatie uitwisselen met autoriteiten van landen van herkomst. Ook het uitwisselen van identiteitsgegevens kan risicovol zijn, omdat de autoriteiten van het ontvluchte land worden geïnformeerd over de aanwezigheid en mogelijke uitzetting van hun burger, mogelijk een politiek opposant. Uitwisseling van identiteitsgegevens mag dan ook nooit plaatsvinden zolang er nog een beroepsprocedure tegen de afwijzing van het asielverzoek loopt.
Om documenten voor terugkeer te regelen maakt de overheid – naast identificatie via de desbetreffende ambassade – gebruik van buitenlandse missies, ook wel taskforces genoemd. Transparantie over de inzet van taskforces, hun werkwijze en de met hen gemaakte afspraken is nodig om toezicht te houden op dit gevoelige proces. Het doel en het mandaat van de taskforces moeten helder worden vastgesteld en gecommuniceerd met de vreemdeling en zijn advocaat voordat hij wordt uitgenodigd voor een interview of presentatie. Het is van belang dat rechtshulpverleners in de gelegenheid worden gesteld om aanwezig te zijn bij de gesprekken.
Wanneer een paspoort ontbreekt worden mensen ook wel uitgezet met tijdelijke documenten of vrijgeleide brieven.2) Incomplete of niet erkende reisdocumenten maken mensen kwetsbaar voor strengere controles en ondervragingen op de luchthaven, detentie of afpersing. Wanneer het uitzettende land zelf de noodreisdocumenten opstelt, zoals bij de EU-Laissez Passers het geval is, dan geeft dat voor de uitgezette vreemdeling geen garantie op identiteitspapieren bij terugkomst, en in sommige gevallen kan dit leiden tot staatloosheid.
2 Volgens DT&V heeft de Nederlandse overheid in 2014: 380 keer een EU Laissez Passer afgegeven, in 2015: 265 keer,
in 2016: 280 keer en in 2017 (tot 30 april): 100 keer.