BED, BAD, BROOD EN MÉÉR…

Wij Zijn Hier/ We Are Here strijdt voor ‘adequate’ opvang en erkenning voor wat zij het ‘asielgat’ noemen: juridische catch 22- situaties waarin, zo stellen zij, de afgewezen asielzoekers in hun groep zich bevinden als gevolg van het bureaucratische overheidsbeleid dat uitgaat van een ‘sluitend asielsysteem’.

Voor Wij Zijn Hier is ‘adequate’ opvang 24-uurs opvang met maatschappelijke en juridische ondersteuning die de afgewezen asielzoeker in staat stelt ‘uit het asielgat te klimmen’. Dit is meer dan ‘Bed, Bad, Brood’, ofwel: méér dan opvang vanuit de gedachte dat Nederland een ‘humanitaire ondergrens’ moet bewaken.

Tentenkamp Diaconie

WE ARE HERE! begon op 3 september in de tuin van de Protestantse Diaconie in Amsterdam met een zeiltje van straatdokter Co van Melle. Daaronder: mannen die niet wisten waar ze de nacht door moesten brengen.

‘De vragen waren: Wanneer zien ze ons? Wanneer horen ze ons? Wanneer besluiten ze dat ze ons dit niet aan kunnen doen en erkennen ze ons recht op een ‘normaal’ leven?’ Aldus Jo van der Spek, ‘supporter’ vanaf het eerste uur. ‘Naast het zeiltje van dokter Co werden meer zeiltjes uitgerold en tentjes opgezet tot de tuin van de Diaconie te klein werd en het kamp verhuisde naar de Notweg in Osdorp.’

BLOG: 3 jaar ‘We Are Here’

3 jaar WE ARE HERE!

door: Jo van der Spek • coördinator Migrant to Migrant

3 september 2015

‘WE NEED SOLLUTION RIGHT KNOW’

Notweg Amsterdam Osdorp

Een hartenkreet,  gespoten op een tentje in het kamp aan de Notweg in Amsterdam Osdorp.

WE ARE HERE! Exact drie jaar geleden begon het allemaal in de tuin van de Protestantse Diaconie in Amsterdam met het zeiltje van dokter Co; Tulu en Reeda daaronder. Ik stond er naast.

De vragen waren: Wanneer zien ze ons? Wanneer horen ze ons? Wanneer besluiten ze dat ze ons dit niet aan kunnen doen en erkennen ze ons recht op een ‘normaal’ leven?

De kou, de regen, de harde grond. Het was doorbijten, bar en boos vaak, weken later in het tentenkamp in Osdorp in november 2012. Want naast het zeiltje van dokter Co werden meer zeiltjes uitgerold en tentjes opgezet tot de tuin van de Diaconie te klein werd en het kamp verhuisde naar de Notweg. Er sliepen bijna tweehonderd mannen en vrouwen. Wij Zijn HIER was super zichtbaar, super samen. Niemand kon er meer omheen: mensen laten creperen is geen stijl. De veel gestelde vraag, ditmaal door de toeschouwers: ‘Met hoeveel zijn ze?’

Waarom mensen tellen als ELK mens telt?

Wanneer komt de oplossing? Mijn antwoord op die vraag was meestal: die moet uiteindelijk van twee kanten komen. WE ARE HERE zelf is het begin van de ‘solution’. Want zodra slachtoffers opstaan en hun lot in eigen hand nemen, zich vertonen en bestaansrecht opeisen, dan komt er hoop en perspectief. Maar aan de andere kant: voor een echte oplossing moet de wet grondig veranderen en dat duurt lang in Nederland. Minstens drie jaar.

Drie jaar later kunnen we vaststellen dat de wet niet grondig is veranderd. Maar ook niet verslechterd. Eén voor één, druppel voor druppel, krijgen mensen van Wij Zijn Hier een verblijfsvergunning. Een enkeling wordt uitgezet. De status van ongedocumenteerden is in Amsterdam opgeschaald van ’paria’ tot ‘dakloze met recht op nachtopvang’. Dat is niet slecht. Want in Mogadishu en Aleppo, op Lesbos en Lampedusa, in Boedapest en Calais zijn ze nog steeds paria’s.

WAAR zijn wij na drie jaar? WAT verwachten wij? Wat is een ‘normaal’ leven?
WHERE are we after three years? WHAT do we expect? What is ‘normal’ life?

Het nieuws op zomaar een dag:
De burgemeester van Boedapest zet tenten neer voor vluchtelingen.
De gemeente Den Haag overweegt vluchtelingen te huisvesten in lege kantoorgebouwen. WIJ ZIJN HIER, WIJST DE WEG!
Maar ondertussen:
In Mogadishu straffen de islamisten van Al Shabaab de Somaliërs die terugkeren uit het ‘lichtzinnige’ Westen; zij moeten dood.

A day in the news: 
The mayor of Budapest is building a tent camp for refugees. 
In The Hague, they’re talking about housing refugees in empty office buildings: WE ARE HERE, SHOWING THE WAY! 
In the mean time: 
In Mogadishu the islamists of Al Shabaab are taking revenge on Somali who return from the ‘frivolous’ West; they must die.

Zijn wij inderdaad ‘lichtzinnig’ bezig als wij ons inspannen om Wij Zijn Hier nog drie jaar langer in leven te houden? In kraakpanden, tentenkampen, als zootje ongeregeld? Kan ook dit doorgaan voor ‘normaal leven’?

Are we indeed ‘frivolous’, working for We Are Here 2 stay for another three years? Squatting, camping, living together? Can this also be ‘normal’ life?

Afgelopen vrijdag tijdens de demonstratie zag ik Shoe, een Chinese man met lang haar en een eeuwig zoekende blik. Hij sloot zich aan bij Wij Zijn Hier al in de allereerste week, drie jaar geleden. Een man geheel op zichzelf in een groep. Ik vond het heel ‘normaal’ hem te zien tussen de demonstranten op de stoep van de burgemeester. Vraag mij niet wat een ‘normaal leven’ is want daar heb ik geen antwoord op. Ik heb slechts steeds vaker het gevoel dat de wereld elke dag ‘gekker’ wordt. Maar ook dat WIJ ZIJN HIER er is om mij en ons allen de weg te wijzen.

Last Friday at the demonstration,  I saw Shoe, a Chinese man with long hair and ever restless eyes. He joined We Are Here the very first week, three years ago. Shoe has been ‘there’ all the time. An absolute individual in a group. It felt ‘normal’ to me to see him with us on the Mayor’s doorstep.
So don’t ask me about ‘normal’ life. I never understood what ‘normal’ life is supposed to be. All I sometimes feel is the world may be getting less ‘normal’ every day. And also: WE ARE HERE is here to show me and all of us the way.

 

Tentenkamp Osdorp

Het aantal bewoners in het tentenkamp in Osdorp groeit tot ongeveer 130. De gemeente Amsterdam weet zich niet goed raad met de situatie. De actievoerders krijgen veel steun vanuit de bevolking en de Protestantse Diaconie, maar worden ook bedreigd vanuit rechts-radicale hoek. Vanuit Den Haag wordt druk uitgeoefend de vreemdelingen te wijzen op hun ‘vertrekplicht‘.

Uiteindelijk geeft burgemeester Eberhard van der Laan op 30 november 2012 de politie opdracht het kamp te ontruimen. Vele mensen worden gearresteerd. Een tiental verdwijnt in vreemdelingendetentie.

Vluchtkerk en verder

De groep vindt daarna onderdak in een gekraakte kerk in Amsterdam-West. In de ‘Vluchtkerk‘ brengen de asielzoekers onder uiterst primitieve omstandigheden een lange, koude winter door. Ze krijgen veel aandacht van de pers en bekende Nederlanders scharen zich achter hen. Tot 1 juni 2013 kunnen zij in de kerk blijven. Zij verlaten deze uiteindelijk vrijwillig.

Er wordt een nieuw pand gekraakt: de ‘Vluchtflat‘ aan de Jan Tooropstraat, in Amsterdam Nieuw-West. De groep verblijft er tot en met 30 september 2013. Het verblijf daar wordt door de meeste bewoners als aangenaam ervaren; er zijn veel kamers en behoorlijke faciliteiten. De lange, warme zomer geeft de uitgeputte groep kans te herstellen van de barre Vluchtkerk-maanden.

Ondertussen is het najaar geworden. Er wordt een nieuw pand gekraakt: midden in het centrum van Amsterdam; Het ‘Vluchtkantoor‘. De spanningen tussen de groep en de gemeente Amsterdam lopen op naar mate de winter dichterbij sluipt. De eigenaar van het gekraakte pand aan de Weteringsschans sommeert de Vluchtgroep zijn pand te verlaten. De groep wil dat de gemeente met een oplossing komt.

Vluchthaven

De gemeente biedt ongeveer de helft van de groep zes maanden opvang aan in de oude gevangenis in de Havenstraat. Op initiatief van burgemeester van der Laan start het experiment ‘Vluchthaven’. De daarvoor geselecteerde Vluchtgroepers moeten een contract ondertekenen waarin zij zich verplichten te werken aan een ‘oplossing voor hun situatie’. Voor de meesten betekent dit volgens de Amsterdamse burgemeester ‘werken aan terugkeer’.

De ‘Vluchthaven’, het voormalige Huis van Bewaring in de Havenstraat in Amsterdam

Maar de meeste bewoners kunnen of willen niet terugkeren, om allerlei redenen. De overheid noemt het Vluchthaven-experiment daarom ‘mislukt’. De Vluchthavenbewoners verruilen in juli 2014 de voormalige gevangenis weer voor de straat. Ze gaan op zoek naar een nieuw kraakpand en komen terecht in de ‘Vluchtopvang’.

Vluchthavenexperiment ‘mislukt’

Slechts een handjevol mensen zijn namelijk teruggekeerd. De groep zelf zegt dat ze onvoldoende tijd hebben gehad om aan hun toekomst te werken. Ondertussen heeft ook een aantal mensen alsnog een verblijfsvergunning gekregen en zijn er ‘veelbelovende’ herhaalde asielprocedures gestart. Het bewijs, volgens de groep en zijn ‘supporters’, dat lang niet iedereen binnen de Vluchtgroep is ‘uitgeprocedeerd’ zoals de overheid stelt.

In juni 2017, drie jaar na het experiment, hebben overigens al 81 mensen van de oorspronkelijke Wij Zijn Hier-groep (zowel bewoners van de ‘Vluchthaven’ als de ‘Vluchtgarage’) een verblijfsstatus verkregen. Zij zijn daarbij grotendeels door Wij Zijn Hier -supporters juridisch en anderszins ondersteund. Het is volgens de groep het ‘ultieme bewijs’ dat veel mensen niet uitgeprocedeerd zijn/ waren, maar meer tijd en goede juridische begeleiding nodig hebben/ hadden om hun recht op verblijf aan te tonen.

Vluchtgarage

De andere helft van de groep woont dan allang in een nieuw kraakpand. Ongeveer 60 mannen besloten op 13 december 2013 in Amsterdam Zuid-Oost de gemeentelijke parkeergarage ‘Kralenbeek’: de ‘Vluchtgarage’ te kraken. Het is een pand in zeer slechte staat. In ongeveer een half jaar tijd verdubbelt het aantal bewoners van de Vluchtgarage zich, tot alle ‘kamers’ overvol zijn en er zelfs mensen op het open parkeerdek slapen. Het zijn alleen mannen, afkomstig uit vooral Afrikaanse en Arabische landen. In de Vluchtgarage zullen de afgewezen vluchtelingen 16 maanden wonen, tot 13 april 2015.

De hete zomer van 2014

Het leven in de Vluchtgarage wordt steeds moeilijker. Soms is er niet genoeg te eten. De rioleringen zijn verstopt, het pand lekt aan alle kanten. Er is geen gas, geen warm water, geen douchegelegenheid. Er is onvoldoende elektriciteit om bijvoorbeeld een koelkast te laten werken. Bewoners zijn vaak ernstig getraumatiseerd. Hun uitzichtloze situatie doet velen naar drank en drugs grijpen. Geweld is aan de orde van de dag.

De trap in het Vluchtgebouw na het ongeluk van één van de mannen, die daar blijvende ernstige invaliditeit aan overhield

In juli 2014 staat de groep bewoners van de Vluchthaven weer op straat. De groep betrekt na de nodige omzwervingen eind augustus 2014 een gekraakt kantoorpand, opnieuw in de Jan Tooropstraat: het ‘Vluchtgebouw‘. Bij de verhuizing verongelukt een lid van de groep en loopt zeer ernstig hersenletsel op.

Datzelfde weekend is ook een dieptepunt voor de mannen in de Vluchtgarage als Hamza , een Somalische bewoner wordt doodgeslagen door twee van zijn medebewoners.

‘Hamza is dood’ – fragment ‘Vluchtjournaal 2014’

Tekst: Jonneke van Wierst

Vluchtgarage, 25 augustus 2014

‘Hamza is dood,’ zegt Fuad aan de telefoon. Het is verschrikkelijk nieuws. Vrijdagavond al had Fuad verteld dat Hamza, de jongen die dinsdagavond gewond was geraakt, waarschijnlijk zondag zou overlijden. Hij was twee keer aan zijn hoofd geopereerd. De dokters konden niets meer voor hem doen, had Fuad gezegd. ‘Ze wachten op zijn zus die uit Engeland moet komen. Ze komt zondag en waarschijnlijk zetten ze dan de machines uit.’

‘Hebben ze de machines uitgezet of is hij zelf gestorven?’ vraag ik, alsof niet iedereen uiteindelijk zelf sterft. ‘Yeah, yeah… It’s terrible,’ antwoordt Fuad slechts.

Er hangt een trieste stilte rond de groepjes mannen voor de Vluchtgarage. In de Sudan Room is alles ordelijk. De bedden zijn netjes opgemaakt. Twee mensen roken een sigaret aan het lage tafeltje. De wc op de tweede verdieping stinkt niet meer. Ik ga door naar de Somali room op de derde, de kamer van Fuad. Het is stil, stil, stil in het gebouw. Het blijft stil, ook nadat ik twee keer op de deur geklopt heb. Als ik mijn telefoon pak om Fuad te bellen, opent hij de deur. Hij is de enige in de kamer. Hij heeft al een interview afgestaan aan RTL 5, zegt hij en aan Het Parool.

We bekijken de eerste berichten over Hamza’s dood in de media op mijn smartphone. Het Parool heeft er een foto bij. Fuad slaakt een ingehouden kreet en tikt met zijn vingertoppen tegen het scherm: ‘Picture!’ Hij trekt haastig zijn hand weer terug, alsof hij zich heel snel realiseert dat hij de foto niet uit de telefoon kan pakken.

Nasir Galid?’ zeg ik verbaasd. ‘Ze noemen hem Nasir Galid?’

‘Nasir! Ah!’ zegt Fuad en lacht even ‘Hamza  is…’ Hij zoekt het woord: ‘Nickname.’

 

Herdenkingsspandoeken in de Vluchtgarage

 

‘Ik at samen met hem. Ik speelde spelletjes met hem. Daar!’ Hij wijst naar de tv op de overloop. ‘En nu is hij dood. Om een flesje bier. Vijftig cent. Hij is doodgeslagen om vijftig cent…’

Het waren een stuk of zeven mannen, de meeste ‘van buiten’, vertelt Fuad, niet-bewoners dus, die dinsdag 19 augustus al om negen uur ’s morgens drie kratten bier op het parkeerdek naast zijn kamer hadden gezet. ‘They were high from drinks. They make a lot of noise. I tell them to be quiet.’ Fuad was vervolgens het grootste deel van de dag weggeweest. Het drinken was de hele dag doorgegaan. ‘Hamza too. He drink a lot! Every day, he drink a lot…’ Hij valt peinzend stil en zegt dat Hamza weliswaar een drinker was, maar iemand die altijd in stilte dronk, op zijn eigen bed. Hij dronk om zijn zorgen te vernevelen. Hij viel nooit iemand lastig. ‘He was quiet boy, really. No troublemaker.’

Om de paar minuten gaat Fuads telefoon en zegt hij ‘Sorry..,’ en staat mensen te woord. Het gaat allemaal over Hamza. Iemand die vraagt hoe de begrafenis geregeld wordt. Iemand van de Volkskrant wil langs komen. Iemand vraagt of het een stammenruzie was ‘No, no!’ zegt Fuad. ‘I told you before! Nothing like that!’

Na elke onderbreking, pakt hij als vanzelf de draad weer op, vertelt hoe het ging toen hij thuiskwam dinsdag in de vroege avond. Het gezelschap was in de loop van de dag van het parkeerdek naar de begane grond verhuisd. Er hadden zich mannen aangesloten. Er waren mannen afgehaakt en er was ruzie ontstaan over de laatste paar biertjes. Er waren klappen gevallen. Hamza had klappen gekregen. Zijn vrienden hadden hem naar boven gebracht, naar zijn bed. En kort daarna was Fuad er getuige van geweest hoe Somaliërs van de benedenverdieping Somali room no. 3 waren binnen gestormd en hoe de ruzie zich had voortgezet rond Hamza’s bed. Fuad was teruggerend naar zijn eigen kamer en had de politie gebeld.

‘Nee,’ zegt Fuad aan de telefoon. ‘Ik ben niet de woordvoerder van de familie. Ik geef je een nummer, ok, van iemand van zijn stam.’ Hij praat door terwijl hij zijn telefoon op een halve meter afstand van zijn gezicht houdt om het scherm af te lezen. ‘OK, hier komt het…’

‘Ik wil niet de woordvoerder van de familie zijn,’ zegt hij nadat hij heeft opgehangen en lacht flauwtjes. ‘Ik wil spreken met mijn EIGEN familie. Ik heb ze niet meer aan de telefoon gehad sinds de eerste dag van ramadan. Ik ben moe, weet je. Heel erg moe. We moeten dat drinken hier verbieden. Maar hoe? Ik weet het niet.’ Zijn stem klinkt schor. ‘Ik sliep om vijf uur vannacht en ik was om acht uur al weer wakker.’

Als ik het pand verlaat, krijg ik een SMS van Mohammed uit AZC Alkmaar dat als een gedicht alles zegt:

What I hear sad news.

Hamza is die I feel sorry.

I was expect this he will happen in garage.

But I did not expect he will be Hamza.

He was nice guy.

 

Ondertussen weet de Vluchtgroep zich inzet van een verbeten politieke en juridische strijd die verder reikt dan alleen Amsterdam of zelfs Nederland.

Juridische strijd

Inspanningen van sociaal-advocaat Pim Fischer uit Haarlem en de Protestantse Kerk Nederland (PKN) hebben ertoe geleid dat het ECSR (Europees Comité voor Sociale Rechten) van de Raad van Europa onderzoek doet naar de behandeling van uitgeprocedeerde asielzoekers in Nederland. Het Comité doet de gezaghebbende uitspraak dat Nederland het recht van opvang schendt van mensen zonder verblijfsrecht. Ook organisaties als Amnesty International en het College voor de Rechten van de Mens oordelen hard over de manier waarop Nederland zijn ‘uitgeprocedeerden’ behandelt. Vooral de situatie waarin de mannen in de Vluchtgarage leven wordt ‘mensonwaardig’ genoemd en betrokkenen spreken de vrees uit dat er ‘slachtoffers zullen vallen’ als de ongedocumenteerden nog langer aan hun lot worden over gelaten.

De komst van de BBB's

In november 2014 bepaalt het Europese Comité voor Sociale Rechten (ECSR) dat Nederland het Europees Sociaal Handvest schendt door mensen die zich op haar grondgebied bevinden ‘basale mensenrechten’ te onthouden zoals het recht op onderdak, voedsel en kleding. Vooruitlopend op een resolutie van het Comité van Ministers van de Raad van Europa (verwacht in april 2015), waarin wordt besloten wat dit concreet zal betekenen voor de opvang van afgewezen asielzoekers, opent Amsterdam een nachtopvang.

Nachtopvang Amsterdam; het verhaal van Hiwet

Amsterdam, 14 januari 2015

door Jonneke van Wierst

Almere, 6 januari 2015
Geachte heer/ mevrouw,

Hierbij informeer ik u dat u vanaf heden het terrein van de COA-locatie niet meer mag betreden. Indien het COA constateert dat u zich niet aan deze bepaling houdt, dan wordt de politie ingeschakeld.

 

Ze behoorde tot die ‘stroom van Eritreërs’ die Nederland binnen kwam met wel ‘1000 per week’, waarover KRO interviewer Sven Kockelmann afgelopen zomer staatssecretaris Fred Teeven, in het programma  1 op 1  zulke indringende vragen stelde. Zó indringend, dat zelfs Teeven toegaf dat er in Eritrea ‘echt wel wat aan de hand was’ en we er niet bij voorbaat van uit konden gaan dat ALLE mensen die hier nu om asiel kwamen vragen gelukzoekers waren…

Hiwet spreekt Tigrinya. Geen woord Engels of Nederlands. De man die mij belt vanuit AZC Almere vraagt namens haar om hulp. Ze heeft geen familie, geen vrienden in Nederland. Is alleen gevlucht over Libië, heeft daar maanden lang vastgezeten bij mensenhandelaars om haar reis te verdienen en per boot de Middellandse Zee over te steken naar Italië. Naar de vrijheid. En nu dan: ‘asielprocedure afgerond’, want: geen bewijs voor haar Eritrese nationaliteit. Ze zit in zijn kamer en huilt. Ze heeft geen geld en ook van het COA geen OV-dagkaart gekregen. Ze heeft geen slaapzak, geen dekens, niks. Het is al avond en ze is bang voor de politie en de man die mij belt eigenlijk ook. Haar deze nacht verstopt houden in zijn kamer, lukt nog wel, zegt hij uiteindelijk. Maar morgen? Hoe morgen? Waarheen?

In de Vluchtgarage in de Bijlmer kunnen vrouwen echt niet wonen. Andere opvangplekken zijn bomvol. Blijft over: de nieuwe  nachtopvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers van de gemeente Amsterdam in de oude Jasper Jaspersschool aan de Schuitenhuisstraat in Osdorp. De nieuwe bed- bad- en broodvoorziening die de gemeente na een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 17 december 2014 verplicht opende.

Bij de achteruitgang van het AZC staan twee mensen op woensdag 7 januari aan het eind van de middag nerveus op mij te wachten. Hiwet schuift haar hand in de mijne en fluistert haar naam. Ze is haar stem kwijt: stress.

Het wordt donker terwijl we naar Amsterdam rijden. Regen. Spitsuur. File. A10, Badhoevedorp. Ik rijd op aanwijzing van mijn navigatie langs een bord ‘Gemeente Haarlemmermeer’. Rechtsaf, linksaf, rechtsaf, linksaf… Eigenlijk moest Hiwet eerst maandag ‘inschrijven bij de gemeente’. Ik heb gehoord dat het inschrijfbureau maar twee uur per week is geopend en wanneer zich meer dan zes mensen tegelijk melden loopt het systeem vast.

‘Bestemming bereikt!’ zegt de navigatie. De straat is opgebroken. Flats en goedkope rijtjeshuizen. Veel afbraak. Veel bouwketen. ‘Als je er bent, bel even want de ingang is moeilijk te vinden,’ is mij gezegd. Veel modder. Ik zie in de verte een bord met ‘Cordaan’  op wat de oude Jasper Jaspersschool moet zijn. Het is me niet duidelijk of ze ‘m aan het afbreken zijn of dat hij wordt hersteld. Het is in ieder geval de plek waar Hiwet vannacht moet slapen. En inderdaad: de ingang is moeilijk te vinden want de ingang is dichtgetimmerd en de achterdeur zit verstopt achter een bouwkeet.

De gemeentelijke nachtopvang voor afgewezen asielzoekers in de Schuitenhuisstraat in Amsterdam Osdorp

Een klein zaaltje, ongeveer 10 mensen aan formica tafeltjes. Een man met een gezicht vol wonden en een wezenloze blik kijkt me aan. Er zijn gelukkig ook wat vrouwen, met rafelig haar en eenzelfde lege blik. Onze entree veroorzaakt enige opwinding bij de twee mensen van HVO Querido, die ons, overigens hartelijk, verwelkomen en in een kamertje zetten met een laptopje. Hiwet moet ingeschreven, maar het ‘systeem’ werkt nog niet: stress. En er moet eten worden geserveerd: stress. Hiwet spreekt alleen Tigrinya. Wat is dat? Er is nog iemand hier uit Ethiopië! Hiwet huilt zachtjes. De man uit Ethiopië is er. Hij spreekt een andere taal. Ze verstaat hem niet: stress. Hij slaat troostend zijn armen om haar heen en geeft kleine kusjes op haar hoofd: lief. Ze moet op de foto. Ze huilt nog steeds. Flits.

Tas mag niet mee naar binnen, moet in kluisje. Haar bed is bovenin rechts in een kamertje van vier bij vier met twee stapelbedden. Hiwet moet nu snel eten. Hiwet heeft geen trek. Echt niet? Echt niet…

Hiwet is in juni vanuit Italië naar Ter Apel gereisd, afgewezen en onmiddellijk in vreemdelingendetentie gezet omdat ze ‘identiteitsfraude’ zou hebben gepleegd. Na ongeveer 14 dagen heeft haar advocaat haar uit detentie gekregen omdat de rechter niet snapte waarom uitgerekend Hiwet ‘identiteitsfraude’ moest worden aan gewreven, waar zoveel asielzoekers hun afkomst niet kunnen aantonen. Misschien een indirect gevolg van de strenge vragen van Sven aan Teeven?

Ze kijkt me ononderbroken aan, zonder iets te zeggen. Na het aanmeldcentrum Ter Apel en het detentiecentrum zat ze dus in AZC Almere en nu sta ik op het punt haar achter te laten in de nachtopvang in Osdorp. Om 9 uur morgenochtend moet ze hier het pand uit. Weeronline voorspelt storm en stortbuien. Morgen dus. Hoe morgen? Waarheen? Pijnlijk, want: ‘Er is hier niets’. Het eindpunt van lijn 17…

Ik bel iemand die Tigrinya en een beetje Engels spreekt en zeg: ‘Zeg haar dat ik nu weg moet maar morgen om negen uur terug kom met de auto.’
‘Thank you,’ fluistert Hiwet even later.

Om half elf de volgende dag krijg ik een verlossend sms-je: Hiwet is welkom in de Smaragdgroep, een groep van 27 uitgeprocedeerde Ethiopiërs en Eritreërs in een voormalig verzorgingstehuis achter De Hortus. Er zijn daar recent twee vrouwen vertrokken. Er is plaats.

Ik zie voor het eerst iets van leven in haar ogen als we langs de route van het ‘Amsterdam Light Festival’ voorbij het Wertheimpark richting Hortus rijden.
‘Amsterdam?’ vraagt ze voorzichtig. Ik knik. ‘Amsterdam’. Er verschijnt een glimlach op haar gezicht: Amsterdam is mooi…
Ik doe liever geen moeite haar uit te leggen dat het bed waarop ze afgelopen nacht heeft wakker gelegen óók ‘Amsterdam’ was…

Ook andere Nederlandse gemeenten openen ‘Bed-Bad-Brood’ inrichtingen (BBB’s). De voorzieningen verschillen per stad. In Amsterdam krijgen mensen alleen nachtopvang. In andere steden, zoals Groningen, Rotterdam en Utrecht, wordt (ook) 24-uursopvang geboden.

De gemeenten handelen vanuit de verwachting dat er -gezien het gewicht van de ECSR-uitspraak- een wettelijk kader zal komen waarin ‘adequate opvang’ van ongedocumenteerden wordt geregeld. Een recht op ‘bed, bad en brood‘ -afgestemd op in ons land geldende normen.

In Amsterdam demonstreert We Are Here verder. Zij stellen dat alleen nachtopvang geen ‘adequate’ opvang is.

 

 

We Are Here vrouwen demonstreren voor DAG- en nachtopvang tijdens de dag van de mensenrechten op 10 december 2014

Ontruiming Vluchtgarage

De gemeente Amsterdam wil van de Vluchtgarage af en sommeert de bewoners in maart 2015 het pand te ontruimen. Zij kunnen voortaan gebruik maken van de ‘bed-bad-brood voorziening’ in de stad, zo wordt gesteld.

De bewoners stellen dat alleen ‘nachtopvang’ niet voldoet aan de ‘adequate opvang’ waar zij aanspraak op maken en willen een plek waar zij ook overdag terecht kunnen. Juridische uitspraken volgen elkaar op. Uiteindelijk besluit het Gerechtshof in Amsterdam dat de gemeente mag ontruimen.
Op 13 april 2015 verlaten de ongeveer 100 bewoners, allemaal mannen, hun behuizing zonder te weten waar ze de nacht daarop zullen slapen.

Onder grote belangstelling van lokale, landelijke en zelfs internationale media verlaten de Vluchtgaragebewoners hun pand en marcheren naar het stadhuis waar zij een gesprek willen met de burgemeester. Van der Laan laat zich niet zien. De groep gaat naar het Sarphatipark. Al snel wordt duidelijk dat de politie ze niet zal toestaan daar tenten op te slaan en de nacht door te brengen. Pas rond 22.00 uur ’s avonds vinden ze in de Pijp een leeg bouwterrein en wordt duidelijk dat de politie ze die nacht verder met rust zal laten. Tweeënhalf jaar na het tentenkamp in Osdorp slapen er in Amsterdam opnieuw vluchtelingen in tentjes.

Steun van de Diaconie

Ook cultuurverschillen veroorzaken spanningen tussen Vluchtgroepers. 27 vluchtelingen uit Eritrea en Ethiopië splitsten zich af van de groep in het Vluchtgebouw. Ze zijn het zat om in kraakpanden te verblijven. Ze worden opgevangen in verschillende kerken in de stad.

Na weken van kerk tot kerk te zijn getrokken, betrekt de ‘Smaragdgroep’, genoemd naar de straat waarin zij de eerste week verbleven, een voormalig verzorgingstehuis in het centrum van Amsterdam. Het gebouw is eigendom van de Diaconie. De groep kan er tot half oktober 2015 wonen als ‘anti-kraakwacht’. Daarna staan zij weer op straat.

BLOG: Geen plaats in BBB Amsterdam

door: Reinout Verbeek – supporter WE ARE HERE

Amsterdam, 22 oktober 2015

Sinds anderhalve week staat de Smaragdgroep, onderdeel van de We Are Here beweging, op straat. De afgelopen maanden had de groep, ongeveer 30 mannen en vrouwen uit Ethiopië en Eritrea, onderdak in het voormalige verpleeghuis De Wittenberg in Amsterdam. Dit anti-kraak-opvangproject werd betaald en georganiseerd door de Lutherse Kerk.
De Smaragdgroep heeft de afgelopen tijd actie gevoerd voor betere opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers, samen met de zg. ‘Hoogoordgroep’, die tot 1 november onderdak heeft in Amsterdam Zuid-Oost, dankzij de Protestantse Diaconie en het Leger des Heils. Dit groepje staat vanaf 1 november weer op straat.
Een aantal dagen achtereen meldden zij zich collectief bij het Vreemdelingenloket van de Gemeente Amsterdam en bij de nachtopvang in Amsterdam Buitenveldert. De bedoeling was aandacht te vragen voor hun standpunt dat deze zogeheten ‘Bed-Bad-Broodvoorziening’, niet toereikend is voor vluchtelingen zoals zij. Want als mensen geen geld hebben omdat ze niet mogen werken, geen studie of opleiding mogen volgen, als ze de politie moeten vrezen omdat aanhouding kan leiden tot vreemdelingendetentie, waar kunnen zij overdag veilig verblijven? Hoe kunnen zij zich beschermen tegen criminaliteit of uitbuiting? Zij moeten ‘onopvallend’ over straat zwerven, weer of geen weer, verblijven in de openbare ruimte, ook als ze ziek zijn. En dan hebben we het nog niet eens over de specifieke kwetsbaarheden waar veel van juist deze mensen mee kampen: chronische gezondheidsklachten, handicaps, post traumatische stress en meer.
Het plan was het gebrek aan plaatsen in de 24-uurs opvang van de gemeente aan te kaarten en de ontoereikendheid van de nachtopvang. De ontnuchterende realiteit bleek echter dat er niet alleen voor hen geen plaats was in de 24-uurs opvang, maar zelfs niet in de BBB’s. Dus: zelfs de minimale vorm van opvang, een vorm die ze zelf als volstrekt ontoereikend zien, is voor deze groep niet beschikbaar: de nachtopvang van de gemeente.

(1) voetnoot bij filmpje

Het is de wrange ironie waar afgewezen asielzoekers vaak mee te maken hebben: aan de wezenlijke kwesties waar ze voor vechten – een normaal leven kunnen leiden – komen ze nauwelijks toe omdat ze zelfs geen garantie hebben op de meest basale levensbehoeften: voedsel, kleding, onderdak, hygiëne.
Diezelfde ironie zie je weerspiegeld in de manier waarop in Nederland de discussie is gevoerd over de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers, naar aanleiding van het rapport van het Europese Comité voor Sociale Rechten (ECSR).
De essentie van de ECSR uitspraak was dat sociale rechten in wezen mensenrechten zijn. Recht op onderdak, op medische zorg, recht om gevrijwaard te blijven van sociale uitsluiting en extreme armoede: het zijn rechten die gaan over de menselijke waardigheid. Zulke rechten gelden voor iedereen, ook mensen die illegaal in een land verblijven, omdat zij mensen zijn en blijven. En ook: als het aankomt op zoiets fundamenteels als menselijke waardigheid, dan past het een welvarend land niet een soort kruideniersmentaliteit te hanteren: Nederland zou deze rechten actief moeten uitdragen en bevorderen, beleid moeten maken om sociale uitsluiting en dakloosheid te voorkomen. Nederland heeft zich daar door de ondertekening van handvesten en verdragen bewust toe verplicht.
De politieke discussie naar aanleiding van de Europese uitspraak, is echter heel snel opgeschoven richting de vraag: wat is de minimale opvang die Nederland moet bieden om niet in directe overtreding te zijn van Europese verdragen? Het politieke compromis dat de uitkomst was van die discussie, de zogenaamde Bed-Bad-Broodvoorziening, werd vervolgens niet alleen als minimum gehanteerd, maar tot norm gemaakt voor de opvang van ongedocumenteerden.
Op deze manier is, ondanks de goede bedoelingen die ongetwijfeld liggen achter de uitspraak van ECSR, voor veel uitgeprocedeerde asielzoekers in Nederland de situatie er niet beter op geworden. Bij de nachtopvang aan de Walborg 2A in Amsterdam Buitenveldert, waar de Smaragdgroep en Hoogoordgroep vorige week collectief aan de deur klopten, werd dit pijnlijk duidelijk. Op deze locatie kunnen momenteel maximaal 65 mensen terecht voor opvang tussen 5 uur ‘s avonds en 9 uur ‘s morgens. Het pand biedt ondertussen plaats aan minstens het drievoudige van dit aantal. Daarnaast zou zonder problemen de locatie ook overdag kunnen worden opengesteld voor de doelgroep. De Gemeente Amsterdam doet geen van beide: in haar beleidsplannen staat dat er in totaal 135 plaatsen nachtopvang worden gecreëerd en daar houdt zij aan vast, ongeacht hoeveel mensen die opvang daadwerkelijk nodig hebben. De medewerkers van HVO Querido, de organisatie die van Amsterdam de opdracht heeft gekregen de nachtopvang voor ongedocumenteerden uit te voeren, voelden zich er zichtbaar ongemakkelijk bij, maar hielden zich toch aan hun instructies. “Misschien kunnen jullie het beste naar het Centraal Station gaan,” zei een van hen, “dat is de enige plek waar het warm is”.

 

(1) De agent van politie denkt ten onrechte dat in de Walborg 2a ‘nieuwe asielzoekers’ worden opgevangen. In het pand wordt slechts Bed-Bad-Brood-opvang geboden aan ongedocumenteerden. Op het CS in Amsterdam kunnen nieuw gearriveerde asielzoekers zich laten registreren en een treinkaartje krijgen voor Ter Apel waar zich een aanmeldcentrum bevindt. Advocaat Pim Fischer (uiterst rechts in beeld) spreekt slechts over het advies van een medewerker van de BBB-opvang aan de ongedocumenteerden voor wie geen plaats is in de Walborg om slaapplaatsen te zoeken op het Centraal Station.

Na enige omzwervingen kraakt de Smaragdgroep een leegstaand bedrijfspand aan de Joan Muyskensweg in Amsterdam Zuid-Oost. Het lukt goede afspraken te maken met de eigenaar van het pand dat de ‘Vluchtmaat’ wordt genoemd. In de zomer van 2017 woont de groep Eritreeërs en Ethiopiërs hier nog steeds. Het is grotendeels dankzij het feit dat zij tot twee maal toe langdurig ergens kunnen verblijven de meest stabiele woongroep van de Wij Zijn Hier-beweging.

 

 

Woongroep Hoogoord

Een bijzonder initiatief van vrijwilligers en de Protestantse Diaconie Amsterdam komt tot stand in een appartement in de flat ‘Hoogoord’ in Amsterdam Zuid-Oost. Twaalf alleenstaande vrouwen uit Eritrea, Ethiopië en Somalië, die nergens anders terecht kunnen, vormen er in juli 2014 een hechte woongemeenschap. Zij worden HET voorbeeld van succesvolle, kleinschalige opvang in Amsterdam. In de gemeenteraad van Amsterdam pleiten zowel de vrouwen zelf als de supporters herhaaldelijk bij de gemeente voor het kopiëren van hun kleinschalige opvangmodel, waarbij nadrukkelijk wordt aangetekend dat ‘Hoogoord’ ook nog eens goedkoper is dan de BBB-nachtopvang van de gemeente. De kostenbesparing zit vooral in het feit dat er geen bewaking nodig is en de vrouwen zelf koken en hun woonruimten onderhouden. Aan de woongroep ‘Hoogoord’ komt in oktober 2015 weer een einde omdat het Leger des Heils, verhuurder van de etage, deze een andere bestemming wil geven.

Bijna kabinetscrisis en BBB-akkoord

Op 15 april 2015 komt het Comité van Ministers van de Raad van Europa met zijn langverwachte ‘Bed-Bad-Brood’ resolutie. Over wat de in vage termen geformuleerde resolutie van het Comité precies behelst, barsten heftige discussies los. Regeringspartijen PvdA en VVD lezen er beide iets anders in. Het leidt  tot een bijna-kabinetscrisis en vervolgens tot een door velen als ‘draak’ beschouwd politiek compromis : het Bed-Bad-Brood-Akkoord.

Kabinet versus Gemeenten

De gemeenten – de grote steden voorop– verklaren niets te zien in het kabinetsplan om, onder strikte voorwaarden, slechts opvang toe te staan in de vijf grote steden en in de VBL in Ter Apel.  Kleinere steden die van het kabinet moeten stoppen met opvang, verklaren daar gewoon mee door te zullen gaan. Kabinet en VNG besluiten uiteindelijk rond de tafel te gaan om vóór 1 november 2015 met een aanvullend bestuursakkoord te komen waarin zowel Den Haag als de gemeenten zich kunnen vinden. Ten tijde van de Tweede Kamer verkiezingen op 15 maart 2017 was dit akkoord er nog steeds niet.

Voor Wij Zijn Hier is het kabinetsbesluit een grote klap. Waar het onvoorwaardelijk recht op tenminste nachtopvang door de ECSR-uitspraak leek te zijn afgedwongen, bepaalt het kabinet nu dat uitgeprocedeerde asielzoekers slechts ‘enkele weken’ en  alleen als zij ‘bereid zijn terug te keren’ mogen worden opgevangen. Waar de uitspraak van het Europees Comité stelt dat opvang ‘onvoorwaardelijk’ moet worden geboden, stelt de regering dat in een ‘sluitend’ asielsysteem zoals Nederland dat heeft, niemand op straat hoeft te belanden omdat mensen OF terug kunnen OF recht hebben op een buitenschuldvergunning. Om deze reden, meent het kabinet, mag aan opvang de voorwaarde worden verbonden dat afgewezen asielzoekers meewerken aan terugkeer.