Tekst: Jonneke van Wierst
Amsterdam, 26 maart 2016
Op zaterdag 26 maart, na een week vol paniek, heeft het pand nog steeds geen naam, anders dan ‘the New Building’. WAH-advocaat Rahul Uppal heeft met veel moeite met de eigenaren kunnen afspreken dat de groep er tot 8 april in kan blijven. Op de verdieping van de Somaliërs verdeelt Abderizac de door hem gehaalde boodschappen in vier rijen: één voor de Somaliërs, één voor de Libiërs, één voor de Eritreeërs, Ethiopiërs en Soedanezen en één voor de West-Afrikanen.
‘Oh, meat! Nice!’ stelt Jeremie uit Ivoorkust vast.
‘Voor de Pasen,’ zegt iemand.
‘Pasen?’ vraagt hij verschrikt en roept ‘Wat erg! Het is Pasen en ik ben het helemaal vergeten! Vandaar dat het gisterenavond zo rustig op de weg was!’ Het nieuwe gebouw kijkt uit op de A-10. ‘I forgot and I am a big Christian!’ zegt hij schuldbewust. ‘Too much stress!’
‘Iedereen is doodmoe,’ zegt Abderizac. ‘We weten niet hoe het verder moet. We zijn nu acht keer verhuisd in een half jaar tijd. En we moeten hier volgende week alweer weg.’
‘We zijn nerveus,’ beaamt Adam uit Somalië. Hij heeft een zakje met twee witte boterhammen en twee kuipjes chocopasta en pindakaas bij zich. ‘Mijn lunch,’ legt hij uit. ‘Meegenomen uit de BBB. Ik eet brood, zoals de Hollanders.’
Hij slaapt vier nachten per week in Bed-Bad-Brood-opvang De Walborg. ‘Vier nachten en dan heb ik drie nachten vrij.’ De BBB klinkt daarmee als een ‘vaste baan’.
Abdi-Hakim uit Somalië, slaapt ook in de BBB. Het gaat niet goed met de BBB, zeggen beide mannen zorgelijk. ‘Er zijn 140 mensen bijgekomen. Nieuwe asielzoekers. Zij mogen 24 uur blijven en wij moeten ’s morgens weg. We worden nerveus van alles. Er is haast geen ruimte meer voor ons. Het is te vol nu. Veel te vol. Misschien moeten wij wel weg.’
‘Ik slaap in de BBB omdat ik daar een eigen kamertje heb,’ legt Abdi-Hakim uit. ‘Ik kan niet slapen tussen andere mensen. Ik ben heel bang mijn kamertje kwijt te raken.’