Fuad

In Kismayo was elk amusement verboden. Er was geen tv of internet. De paar bioscopen die er waren, werden op last van Al Shabaab gesloten. Jongens die op straat voetbalden, werden gepakt en kregen een geweer in hun handen: als je kon voetballen, kon je een geweer vasthouden.

Tekst: Jonneke van Wierst

(Amsterdam, september 2014)

Kismayo

Ze zeggen dat Kismayo nu veilig is, dat Al Shabaab daar is verdreven. Maar hij weet wel beter. Hij volgt het nieuws op de voet en bijna dagelijks nog zijn er bomaanslagen en vallen er doden. De grote havenstad in Zuid Somalië was stevig in handen van de islamistische terreurbeweging toen Fuad die ontvluchtte. In 2012 werd Al Shabaab officieel verdreven door de regeringstroepen en die van de Afrikaanse Unie. Maar Al Shabaab is niet weg. Al Shabaab houdt zich nog overal, onzichtbaar op tussen de gewone mensen op straat. Dat weet Fuad, dat weet iedereen. En als hij terug zou keren, zouden ze hem weten te vinden. Hij is er van overtuigd. Behalve bomaanslagen, zijn er gerichte aanslagen en als je terug komt uit het buitenland weet iedereen dat en ben je doelwit.

FAMILIE

Hij was het laatste kind van zijn moeder en had drie volle broers van wie er twee zijn vermoord. Hij heeft ook een zus. Of ze nog leeft, weet hij niet. Fuad heeft haar na haar veertiende, toen ze werd uitgehuwelijkt, niet vaak meer gezien.

Khadija, zijn vrouw, en hun vier kinderen heeft hij voor het laatst gezien in maart 2010.

PIJNLIJK

Hij vluchtte in het voorjaar van 2010. Pas drie jaar later kreeg hij weer contact met zijn vrouw. Het was een moeilijk gesprek want Khadija is boos op hem. Omdat hij is gevlucht en haar en de kinderen alleen heeft gelaten. Het is pijnlijk voor hem. Hij verstopt zijn gezicht achter zijn hand terwijl hij erover praat. Zijn oudste dochter, Samira, wilde zelfs niet met hem spreken. Najmo, zijn tweede dochter gelukkig wel. Najmo is nu ongeveer 14. Ze stelde hem honderd vragen. Hij legde haar uit dat hij in Europa was. Dat er hier geen oorlog woedde, maar dat het leven hier voor hem nog steeds moeilijk was. Dat hij elke dag en elke nacht aan ze dacht en dat naar Afrika vliegen en hen ophalen het EERSTE was dat hij zou doen als hij te horen zou krijgen dat hij in Nederland mocht blijven.

"Khadija is boos op hem. Omdat hij is gevlucht en haar en de kinderen alleen heeft gelaten. Het is pijnlijk voor hem."

KENIA

Zijn gezin woonde niet meer in Kismayo maar in een nederzetting op de grens met Kenia waar een heleboel vluchtelingen woonden. Het was Fuad zelf gelukt hen op te sporen nadat het Rode Kruis tevergeefs naar ze gezocht had. Vanaf het begin had hij elke Somaliër in elk AZC waar hij kwam verteld over zijn gezin en iedereen die op een of andere wijze telefonisch contact had met het thuisland gevraagd of hij wilde informeren naar zijn vrouw en kinderen. En toen was het een keer raak geweest: iemand zei ze te kennen en via via was het gelukt ze te bellen.

Het bellen toen was maar één keer gelukt want Khadija heeft zelf geen telefoon. Pas dit voorjaar heeft hij opnieuw contact gekregen. Khadija belde hem vanuit Kenia op het nummer waarmee hij haar in 2013 belde. Het nummer dat hij om die reden nooit heeft veranderd.

Als hij de kans krijgt probeert hij haar nu te bellen op de telefoon van de familie bij wie zijn gezin tijdelijk in huis woont.

AL SHABAAB

Overal in Somalië waren mannen met geweren, eigenlijk al zolang als hij zich kan herinneren. Zijn vader waarschuwde hem al als kleine jongen ‘Pas op voor de mannen met de geweren. Je weet nooit wie of wat ze zijn: de bazen of de boeven.’ En vaak vielen die twee groepen samen.

De mannen voor wie hij vrachten sjouwden hoorden ook bij Al Shabaab. Al Shabaab was overal, in verschillende hoedanigheden: van dronken, gedrogeerde lokale jongens tot Pakistanen en andere buitenlanders in dure auto’s. Je buurman kon Al Shabaab zijn, je beste vriend, je eigen neef.

‘Ze’ wisten het ook toen hij het huis van zijn vader had verkocht en dus ergens geld moest hebben. Een groepje mannen had hem onderweg van zijn werk naar huis overmeesterd, opgesloten en een paar dagen vastgehouden en geslagen, op zijn rug, op zijn hoofd, met geweerkolven, om hem te dwingen hen dat geld te geven. Hij had vol gehouden dat het een misverstand was, dat hij geen geld had en uiteindelijk hadden ze hem laten gaan. Maar het was daarna geweest, dat hij was gaan uitkijken naar een reisagent.

VOORBEREID

Hij had zijn vlucht voorbereid. Hij had het Khadija en de kinderen ook duidelijk gezegd. Gezegd dat hij niet wilde eindigen zoals zijn broer Ilyas: doorzeefd met kogels in een graf met drie andere mannen. Dat hij dus zou vluchten op het moment dat hij geen andere manier meer zou zien om te ontkomen aan de gewapende bendes van Al Shabaab die doorlopend op zoek waren naar rekruten.

Het moment om te vluchten kwam voor hem in maart 2010 toen er opnieuw een groep gewapende mannen voor de deur had gestaan. Eerder had hij ze beloofd dat hij mee zou gaan om voor ze te werken, als ze hem nog wat tijd zouden geven om zich ‘voor te bereiden op zijn vertrek’. Hij had nog 1000 dollar op tafel gelegd voor zijn vrouw en kinderen en was de achterdeur uitgerend omdat hij wilde leven.

Maar het blijft lastig om die keuze aan zijn vrouw en kinderen uit te leggen…

TROUWEN IN SOMALIË

Het is goed voor Somalische vrouwen om jong te trouwen, legt Fuad uit. Hoe eerder je kinderen hebt, hoe beter want van je kinderen moet je het daarna hebben. Niet van je man want die heeft dan meestal weer een andere vrouw. Zijn vader woonde niet meer bij zijn moeder toen hij opgroeide.

Fuad trok er al op uit om bij te dragen aan het gezinsinkomen toen hij een jaar of zes was. Hij poetste schoenen, had een kistje met een band om zijn schouders hangen en ging van plek naar plek. Hij ging niet naar school. Lezen en schrijven leerde hij later een beetje van iemand die hem les gaf in zijn huis. Toen hij groot en sterk genoeg was, ging hij vrachten sjouwen. Kort daarna besloten zijn ouders dat het tijd voor hem was om te trouwen.

Hij lacht, slaat verlegen zijn handen voor zijn gezicht. Natuurlijk vond hij het leuk om te trouwen. Alle jongens willen graag een vrouw toch? Maar hij was ook zenuwachtig en verlegen, wist niet goed wat er van hem verwacht werd. Khadija was nog een paar jaar jonger dan hij. Zo oud als zijn oudste dochters nu. Drie ‘ladies’ heeft hij en een jongen die een jaar of twee, drie was toen hij hem achterliet. Of zijn oudste dochter inmiddels al getrouwd is, weet hij niet. Hij hoopt van niet, want daar wil hij zelf bij zijn. En hij is hier in Nederland anders gaan denken over trouwen op jonge leeftijd. Het is beter als kinderen eerst de kans krijgen naar school te gaan. Zijn kinderen kunnen niet lezen of schrijven: Al Shabaab en de oorlog…

"Natuurlijk vond hij het leuk om te trouwen. Alle jongens willen graag een vrouw toch?"

LEUKE DINGEN

Het was leuk om kinderen te krijgen, fijn om vader te worden. Maar spelen met zijn kinderen deed hij niet. Hij wist eigenlijk niet wat spelen was voordat hij in Nederland kwam. Herinneringen aan vrolijke gebeurtenissen in Somalië heeft hij ook niet.

KERMIS

Misschien is het daarom dat hij nu zo geniet van leuke dingen. In Nederland zijn zoveel leuke dingen. Toen hij in Brabant in het AZC zat, is hij naar de kermis in Tilburg geweest. Hij vond het adembenemend. In Kismayo was elk amusement verboden. Er was geen tv of internet. De paar bioscopen die er waren, werden op last van Al Shabaab gesloten. Jongens die op straat voetballen, werden gepakt en kregen een geweer in hun handen: als je kon voetballen, kon je een geweer vasthouden.

'De reisagent had 'UK'gezegd: 'UK'.

Hij herinnert zich alleen maar dat hij vier dagen achter elkaar heeft geslapen nadat hij op Schiphol aankwam. En dat hij totaal in de war was door zijn vlucht en alle nieuwe indrukken. Hij had ‘nooit, nooit’ gedacht dat hij naar Europa zou gaan. Van Nederland had hij nooit gehoord. De reisagent had ‘UK’ gezegd: ‘UK’.

Het was voor het eerst in zijn leven dat hij aan een tafel zat met een witte man tegenover zich toen hij zijn eerste gesprek met de IND voerde. Hij vond hem stiekem een beetje eng. Van wat ze hem vroegen, begreep hij geen moer. Het waren allemaal details die er in Somalië niet toe deden. De naam van het stadion in Kismayo? De namen van de begraafplaatsen? Het stadion heette ‘stadion’! De begraafplaatsen ‘begraafplaatsen’! Hoe lang hij moest lopen van zijn huis naar zijn werk? In Somalië heeft niemand een horloge. In Somalië praat niemand over halve of hele uren. ‘Je moet het schatten’, hadden ze telkens gezegd. En dus had hij maar wat ‘geschat’.

Geschat dat Khadija 22 was, zijn oudste dochter 11 en zijn moeder 70 toen ze stierf. Dat de tijd tussen Shoroeq en Dhohr –het ochtend- en middaggebed- gelijk was aan een Westers half uur, de tijd die hij moest lopen van zijn huis naar de plaats waar hij af en toe voor 18 dollar per dag vrachtladingen versjouwde. Toen ze hem een afwijzing op zijn asielaanvraag gaven zeiden ze dat er niets klopte van alles wat hij had gezegd. Terwijl hij toch duidelijk had gezegd, dat hij het niet wist. Zíj hadden hem gezegd dat hij maar wat moest schatten…

"Van wat ze hem vroegen, begreep hij geen moer. Het waren allemaal details die er in Somalië niet toe deden."

NIEUWE KANS

Het Engels dat hij nu spreekt, heeft hij een klein beetje van zijn vader geleerd, maar vooral hier in Nederland. Wat er precies in zijn asieldossier staat, weet hij niet. Hij weet niet goed waarom hij een afwijzing heeft gehad op zijn verzoek. Het heeft ongetwijfeld te maken met de vragen die ze hem stelden toen hij hier net was. Hij heeft die niet goed beantwoord of de tolk heeft zijn antwoorden niet goed vertaald.

Hij heeft nu een nieuwe advocaat en hoopt op een nieuwe kans. En, zoals gezegd, het eerste dat hij zal doen als hij een verblijfsvergunning krijgt, is naar Afrika vliegen en zijn gezin ophalen. Verder is het niet moeilijk te bedenken wat hij daarna zal doen. Hij houdt van werken en hij houdt van het leven.

Maar de tijd schrijdt voort. Hij is zich er pijnlijk van bewust dat elke dag de afstand tussen hem en zijn opgroeiende kinderen vergroot. Al bijna vijf jaar heeft hij ze niet gezien. Hij kan zich niet voorstellen hoe ze er nu uitzien. En de afstand overbruggen tussen Amsterdam en Nairobi via een krakkemikkige telefoonverbinding is ook een onmogelijke opgave…

Naschrift

In augustus 2014 dient Fuad, op basis van nieuwe feiten, een herhaald asielverzoek in. In afwachting van het antwoord op zijn aanvraag krijgt hij opvang in het azielzoekerscentrum (AZC) in Almere.
Begin zomer 2014 krijgt hij tot zijn grote vreugde een boodschap van zijn vrouw die, samen met hun vier kinderen, is gevlucht naar Nairobi in Kenia.
Juist op het moment dat Fuad vanuit Nederland een medewerker van een hulporganisatie bereid heeft gevonden zijn gezin een bezoek te brengen, raakt hij in het najaar van 2014 het contact weer kwijt.
De IND oordeelt negatief over zijn herhaalde asielaanvraag. Zijn advocaat tekent beroep aan en wordt in het gelijk gesteld. De IND tekent beroep aan tegen deze beslissing, maar opnieuw wordt Fuad in het gelijk gesteld.
De IND gaat daarop in beroep bij de Raad van State en wordt in september 2016 alsnog in het gelijk gesteld.

Fuad is opnieuw uitgeprocedeerd en wordt geacht terug te keren naar Somalië. Maar terugkeer naar Somalië is voor hem nog altijd geen optie omdat hij er van overtuigd is dat ‘Al Shabaab’ hem zal weten te vinden en vermoorden.
Hij verlaat in oktober 2016 gedwongen het AZC Almere en vertrekt ‘met onbekende bestemming’ (MOB). Het Rode Kruis zoekt ondertussen door naar zijn familie.

DIT WAS HET VERHAAL VAN FUAD.
ZOALS FUAD LEVEN ER IN NEDERLAND NOG HONDERDEN
ONGEDOCUMENTEERDE VLUCHTELINGEN

Het verhaal van Fuad is opgetekend in zijn eigen woorden na bestudering van zijn immigratiedossier, gesprekken met zijn advocaat en gedegen onderzoek naar zijn achtergrond.

Wil jij zijn verhaal delen? Doe dat dan hier.