Assistent Schoonmaker

Hoe vind je een baantje in Amsterdam als je geen werkvergunning hebt? Je begeeft je in het zwarte circuit. Met de nodige voorzichtigheid natuurlijk…
Als eerste dacht ik aan kaartjes in brievenbussen en op borden in supermarkten:

SCHOONMAKER BIEDT ZICH AAN:
Met ervaring en referenties
06- XXXXXXXX.

Maar mijn vriend Teddy wist me te vertellen dat teveel mensen, mannen, heel iets anders in dit soort briefjes lazen dan ‘Ik wil wel komen poetsen.’.

Dus begaf ik me op Facebook met de zoekwoorden ‘schoonmaakwerk’ en ‘Amsterdam’, waarbij ik het domein ‘babysitten’ na enig nadenken aan anderen liet. Ik koos voor Facebook omdat ik een gezicht wilde zien voordat ik ergens zou aanbellen.

Ik moet bekennen dat ik het niet heel gemakkelijk vind om mezelf als schoonmaker uit te venten. Ik ben een Indiër met een Master diploma. Indiërs met Master diploma’s vinden het moeilijk zich ‘schoonmaker’ te noemen. Maar er zijn nu eenmaal tijden en situaties waarin je je dat soort ijdelheden niet kunt veroorloven. Dus ik rechtte mijn rug en besloot er een feestje van te maken…

Ik vond een foto van een goed ogend Indonesisch meisje, lid van de Facebook groep ‘cleaners of Amsterdam’, op zoek naar een ‘serieuze schoonmaker’. Ik besloot het gesprek met haar aan te gaan, mezelf presenterend als een uiterst serieuze schoonmaker, op zoek naar serieus schoonmaakwerk.

Ze bekende dat ze eigenlijk op zoek was naar een serieuze assistent schoonmaker: ‘Je moet punctueel, gehoorzaam, ijverig en goed gemanierd zijn.’ Als ik zeker wist dat ik zo voorbeeldig was als ik me voordeed, kon ik gelijk beginnen. Natuurlijk was ik zoals ik me presenteerde en ze gaf me de tijd en plaats waar ik me de volgende ochtend moest melden.

De volgende morgen vroeg, voerde ik het adres in op Google map en was stipt op tijd. Het was een mooi appartement op twee hoog. Ze wachtte me binnen op. Ze leek niet op haar Facebook profielfoto. Ze was klein en dik met een mooi, boos gezicht. Ze was jong, maar met de uitstraling van een uitgebluste frontsoldaat.

Ik lachte naar haar. Ze lachte niet terug. “Kom binnen’ zei ze en ‘Loop maar mee’. Ze ging gelijk over tot het geven van instructies: ‘Luister precies naar wat ik zeg. Ik krijg betaald voor vier uur werk. Vier keer tien euro. Dat is veertig euro. Nu doen we het met z’n tweeën, dus moeten we over twee uur klaar zijn. Jij krijgt twintig euro, net als ik. Ik zeg je wat je doen moet. Hoe oud ben je eigenlijk?’

‘Zevenentwintig,’ antwoordde ik.
‘Daar geloof ik niets van,’ zei ze op een toon die duidelijk maakte dat het niet de bedoeling was dat ik ouder was dan zij. ‘Ik ben negentien.’
‘Ah, oké,’ zei ik. ‘Nou, het lijkt me leuk met je te werken.’

Ze leidde me naar een kamer met bergen kleren. Bergen op het bed, in wasmanden, op stoelen. ‘Ik wil dat je de kleren opvouwt, netjes opvouwt, en in de kast legt, oké? En als je klaar bent, zeg je dat tegen me, ja?’
‘Ja,’ knikte ik. ‘Natuurlijk.’ Ze stapte de kamer uit, om gelijk weer terug te komen. ‘O, en nog wat: nergens aan komen zonder het te vragen, oké?’
‘Oké.’

Dus ze was niet zo leuk als haar Facebook profiel had doen voorkomen… Mijn gepikeerde ego gromde dat ik me niet moest laten afbekken door een klein, vet mormel van negentien voor het luttele bedrag van twintig euro en dat ze haar chagrijn projecteerde op de verkeerde persoon…

Om de paar minuten gluurde ze om de hoek om te kijken of ik wel wat deed en of ik wat ik deed wel netjes deed en of ik nergens aan kwam ‘zonder het haar te vragen’. Ik voelde me hevig ongemakkelijk, vooral ook omdat ik geen idee had hoe ik sommige dames-dingen op moest vouwen. Er zaten kledingstukken bij waarvan ik zelfs geen idee had wat het waren of waar ze voor dienden. Ik probeerde te voorkomen dat ze me doorlopend op de vingers keek door haar steeds opzichtiger mijn rug toe te draaien.

Na ongeveer een half uur begreep ze dat ik wat voor haar verborg. Ze stapte naast me en keek met rollende ogen heen en weer tussen mij en de gekke, onregelmatige stapeltjes kleding op het bed en in de kast. ‘Je weet helemaal niet hoe je iets op moet vouwen, hè?’ Ze greep naar haar hoofd, stond even roerloos en snibde vervolgens ‘Ga opzij! Ik doe dit zelf! Doe jij alleen maar de handdoeken en de lakens! Ik heb geen tijd om je alles te gaan leren!’

‘Wat doe je eigenlijk in Amsterdam? Waarom ben je hier?’ vervolgde ze, terwijl ze mijn stapeltjes naar zich toe graaide.

‘Ik zoek een universiteit waar ik mijn doctoraat kan doen.’
‘Wil je dokter worden?’
‘Nou, in mijn vak, ja. Ik ben socioloog.’
‘Socioloog? Wat is dat in godsnaam? Daar heb ik nog nooit van gehoord! Wat doe je nou weer? Je moet kijken naar wat je doet!’ Ze griste een handdoek uit mijn vingers.

‘Dokter!’ zei ze toen. ‘Dan heb je zeker veel geleerd?’
‘Ja,’ gaf ik toe. ‘Ik heb ook een lesbevoegdheid.’
‘Als je dokter bent, waarom doe je dan nu zo’n shit baantje?’
‘Ik ben geen dokter.’
‘Waarom zeg je me dat dan net?’ Ze hield op met vouwen en keek me aan.
‘Dat zei ik niet. Ik zei… Laat maar zitten!’

‘Nee,’ zei ze en dwong me uit te leggen hoe ik assistent schoonmaker was geworden.

‘Je bent echt aardig, hè?’ Haar houding was ineens anders. Haar stem vriendelijk.
‘Eh, ja. Waarom niet?’

‘Nu snap ik ook waarom je dit helemaal niet kan,’ vervolgde ze. ‘Dit is niks voor jou. Kijk maar gewoon hoe ik het doe dan. Eigenlijk had ik ook best naar de universiteit gewild, maar ik ben alleen maar naar de lagere school geweest. Daarom vind ik het ook niet erg om dit soort werk te doen. Mijn probleem is vooral dat het moeilijk is om werk te vinden. En daarom verdien ik niet veel.’ Ze vertelde me alles over haar baantjes en haar financiële problemen, terwijl ik toekeek hoe zij nu al het werk deed.

Drie uur later gaf ze me de 20 euro die ze me had beloofd. Ik was blij: Ik had 20 euro verdiend met niks doen, alleen maar kijken! Maar ik wist zeker dat ze me niet nog eens zou inhuren.

Ik had het mis. De volgende ochtend vroeg ontving ik een nieuw berichtje van haar: ‘Vandaag 10 uur. Zelfde adres. Zorg dat je op tijd bent.’

Ik haastte me naar het adres van gisteren. I wilde wat goed maken, laten zien dat ik wel degelijk van wanten wist. Ze ontving me met een glimlach en gaf me vervolgens geen enkele kans om iets te doen, behalve haar af en toe iets aangeven…

‘Vind je me dik?’ vroeg ze, al zwoegend. Ik keek naar haar en voelde verwarring. ‘Nou, niet TE dik,’ loog ik.
‘Waarom heeft mijn vriend het dan uitgemaakt?’ Ik hoorde pijn in haar stem.
‘Misschien omdat hij niet oké is?’ Wierp ik op. Ze dacht na over mijn antwoord. ‘Nee, hij is niet oké!’ zei ze vervolgens. ‘Hij zei dingen als ‘lelijk dik wijf’ tegen me! Weet jij hoe ik zou kunnen afvallen?’

‘Ik kan je wel wat tips geven…’ Ik somde op wat ze vooral niet en wel moest eten: geen pasta, geen pizza. Groene appels, slechts twee boterhammen per dag, gekookte broccoli. Geen eieren. Enige minuten later lag ik voor haar op de grond om buikspieroefeningen voor te doen en sprak hardop tellend over setjes van drie keer twintig. Ze bekeek me met grote ogen. ‘Is dat goed voor je?’
‘Heel goed! Ook voor je rug,’
‘Jij weet echt veel!’ zei ze bewonderend.

De klus van twee uur duurde opnieuw vier uur. Ze legde me uit waar we morgen moesten zijn en hoe laat. Vervolgens gaf ze me mijn twintig euro en zei: ‘Je bent klaar voor vandaag.’

De twee dagen daarop verliepen min of meer hetzelfde: Zij deed het werk terwijl ik luisterde naar verhalen over haar ex-vriend en haar afkeer van haar eigen lichaam. Ik praatte met haar mee, pepte haar op en gaf haar adviezen. Ze gaf me smoothies en bananen uit de koelkast van de huiseigenaren en liet me eindeloos selfies zien van haar en haar vriend in gelukkiger tijden: haar mooie, jonge gezicht naast dat van een man van dik in de veertig…

‘Vergeet die vent,’ zei ik. ‘Jij bent zoveel meer waard dan hij!’ Maar ik kon haar niet echt overtuigen. Ze voelde zich veilig bij hem, zei ze. Misschien hield ze zelfs van hem. En natuurlijk: Hij was een Nederlander en zij was hier illegaal…

Aan het eind van mijn vierde dag met haar, zei ze dat ze me vast wilde houden en trok me prompt tegen zich aan. ‘Een minuutje maar. Ik voel me zo veilig bij jou…’

I stond roerloos in haar armen, me af vragend wat ze verder van plan was en duwde haar voorzichtig terug.

‘Minuut is nog niet voorbij!’ zei ze streng en hield me langer vast. Vervolgens zuchtte ze, zei ‘Oké,’ en gaf me mijn geld.

In totaal werkte ik zo vijf dagen voor haar. Elke keer ontving ik twintig euro en ik voelde me geweldig in mijn baan als assistent schoonmaker, ook al was mijn jonge cheffin een beetje eigenaardig. ’s Ochtends checkte ik onmiddellijk mijn WhatsApp, maar na dag vijf stopten haar berichtjes. Wat ik nooit had kunnen denken: ik begon haar te missen…

Een goede week na onze laatste ontmoeting, kreeg ik toch weer bericht van haar met het verzoek om een afspraak. ‘Ik heb al een week geen werk en mijn geld is op. Ik heb jou betaald zonder dat je wat hebt gedaan. Zou je me alsjeblieft mijn geld terug willen geven? Ik ben wanhopig.’

Ik was verbijsterd maar beloofde haar de volgende dag te ontmoeten.

Het was die dag koud buiten. Een dag met mot sneeuw en een ijskoude wind. Ik liep met mijn schouders tegen mijn oren naar de afgesproken plek: de tramhalte op het Spui. Ik zag haar vanuit de verte. Ze zat op het bankje van de halte, haar handen gevouwen tussen haar knieën. Ze glimlachte niet meer naar me. Ik haalde tachtig euro uit mijn zak en zei: ‘Sorry, ik heb twintig euro moeten uitgeven..’

‘Dat is oké,’ zei ze. ‘Ik had eerlijk gezegd niet verwacht dat je zou komen.’ Ze stopte het geld weg. ‘Heb je zin om met me te praten?’

Ik antwoordde niet onmiddellijk, dacht na, zei toen: ‘Nee, ik ga terug. Ik heb het koud.’

Op enige afstand keek ik om. Ze zat zoals ze eerder op me had zitten wachten, haar handen tussen haar knieën. Bewegingloos. Twee, drie keer nog keek ik om…

Twee dagen later kreeg ik mijn laatste berichtje van haar:

Dank je wel voor alles.
Het spijt me hoe ik je heb behandeld.
Ik wens je een heel gelukkig leven verde
r.

Hijasul