‘BIJNA BBB-AKKOORD’ OF AANKONDIGING NIEUW BELEID?

Maandag 21 november werd bekend dat er een ‘bijna-akkoord’ was tussen het Rijk en de gemeenten over de opvang van afgewezen asielzoekers en andere migranten zonder verblijfsrecht. Nauwelijks een paar uur later werd bekendgemaakt dat het overleg was mislukt en stond er al een brief van staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie online.
Deze gang van zaken lijkt meer te behelzen dan enkel het mislukken van een onderhandelingsproces. In zijn brief kondigt de staatssecretaris heftige maatregelen aan die het einde kunnen betekenen van alles waar met zoveel vrijwilligers, advocaten, gemeentes en organisaties zo hard aan is gewerkt: de opvang voor de meest kwetsbaren in onze samenleving….


In maart 2017 neemt de gemeente Groningen een voormalig ‘Zonnebloemschip’ in gebruik voor BBB-opvang

Tekst: Annemarie Busser • senior medewerker Amnesty International

Amsterdam, 22 november 2016

Op dit moment regelen de meeste gemeenten zelf de opvang van afgewezen asielzoekers. Die opvang varieert van 24-uurs opvang met begeleiding, alleen nachtopvang tot zakgeld waarmee mensen zichzelf kunnen bedruipen.

Vorige week stond in de Amsterdamse gemeenteraadsvergadering de opvang van kwetsbare mensen ter discussie. Tijdens de raadsvergadering trok onder meer de Amsterdamse Diaconie aan de alarmbel. `… we spreken mensen met een posttraumatische stressstoornis die na een slechte nacht de stad in lopen, op zoek naar rust… we spreken afgewezen asielzoekers die op straat slapen omdat er geen plek is in de bed-bad-broodopvang… Rond lunchtijd, om twee uur, stijgt de stress in het Wereldhuis, iedereen wil eten.

Dat de situatie van afgewezen asielzoekers nijpend is, moge duidelijk zijn.
In oktober gingen tal van opvangorganisaties, raadsleden, ambtenaren en andere deskundigen in Rotterdam en Amsterdam met elkaar in gesprek over de verschillende vormen van opvang. In beide steden kwam men in gezamenlijkheid tot de conclusie dat opvang en begeleiding noodzakelijke ingrediënten zijn om te werken aan een oplossing. Een leven op straat maakt mensen ziek en terugkeer kan niet vanaf de straat worden geregeld.

En nu ligt er dan een brief waarin de staatssecretaris aankondigt met maatregelen te willen komen `om ongeclausuleerde opvang aan uitgeprocedeerden door gemeenten tegen te gaan.’ De staatssecretaris wil zelfs de minimale vorm van nachtopvang sluiten als mensen niet voldoen aan hun vertrekplicht.

Amnesty International maakt zich hier grote zorgen over.

In Nederland mogen migranten zonder verblijfsrecht niet werken en ze krijgen ook geen sociale bijstand om bijvoorbeeld eten, drinken of kleding te kopen. Een veel gehoorde reactie op dit beleid is dat deze mensen zichzelf in de problemen brengen en dus zelf moeten opdraaien voor de gevolgen. Los van de vraag of dit wel klopt, moeten we ons afvragen hoever je mag gaan met het inzetten van dwangmiddelen enerzijds en het onthouden van voorzieningen anderzijds? Uiteindelijk kom je – hoe dan ook – terecht bij een ondergrens en die noemen we `de menselijke waardigheid’.

Volgens artikel 1 van de Europese Grondwet is de menselijke waardigheid onschendbaar. Zij moet worden geëerbiedigd en worden beschermd.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie verwijst in zijn brief naar het feit dat het Europese Hof voor de Rechten van de Mens de meewerkplicht voor opvang in een Vrijheidsbeperkende Locatie (VBL) niet strijdig acht met artikel 3 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. Echter: het Europese Hof vindt dat in gevallen van extreme armoede de overheid niet inactief of onverschillig mag blijven. Ook noemde het Hof naast de VBL het feit dat Nederland recentelijk was begonnen met een stelsel dat zou voorzien in basisvoorzieningen voor mensen zonder verblijfsrecht. Dat de staatssecretaris die basisvoorzieningen nu wil afbreken, zou zomaar tot een nieuwe klacht en uiteindelijk tot een veroordeling kunnen leiden.

De filosofe Hannah Arendt constateerde al in 1951 dat de rechtelozen – de mensen voor wie mensenrechten oorspronkelijk juist bedacht zijn – de grootste moeite hebben hun recht te halen. Mensenrechten lijken voornamelijk te bestaan voor mensen die al rechten hebben.
En juist vorige week kwam Nils Muižnieks de mensenrechtenrapporteur van de Raad van Europa, met een oproep aan Europese landen om de mensenrechten van migranten te respecteren. In het document `Migrants in limbo in Europe have the right to live in dignity’ legt hij uit dat het recht op opvang nauw verbonden is aan de menselijke waardigheid en daarom ook geldt voor migranten zonder verblijfsrecht. Muižnieks wijst op het Europese Comité Sociale Rechten dat eerder oordeelde dat noodhulp onvoorwaardelijk moet zijn en niet mag afhangen van de bereidheid mee te werken aan terugkeer.

Het stellen van voorwaarden aan uiterst basale voorzieningen betekent in de praktijk dat eerste levensbehoeften zoals een veilige en beschutte plek om te slapen, een bord eten, een glas drinken en wat kleding als wisselgeld worden ingezet om mensen te dwingen mee te werken aan hun vertrek. Het laatste beetje waardigheid wordt kwetsbare mensen hiermee meedogenloos ontnomen.